Kronehoefstraat.
Beschrijving | De huizen links op foto 5419 werden door de gemeente onteigend de tuinen en de schuurtjes niet. Die waren niet nodig. De huizen werden met de grond gelijk gemaakt, wat er onder zat bleef zitten tot de aanleg van de weg. Weg erover, trottoir erlangs, klaar. De tuinen werden nooit eigendom van de gemeente en zijn pas na 2000 onteigend. Toen de grond bouwrijp werd gemaakt kwam er een paar vrachtwagens puin uit van de fundamenten en de kelders. |
---|---|
Geplaatst op | 19-08-2006 |
Email bijdrager |
Reacties
Naam: Tony Verbeek
Was dit niet de achterkant van boerderij van van de Water gelegen aan de van Brakelstraat? Dat gebouwtje met rode dakpannen was volgens mij de paardenstal en het stukje dak dat nog net achter de grote boerderij te zien is, is volgens mij mijn ouderlijk huis, gelegen op de hoek van Brakelstraat/ Kortenaerstraat. Weet iemand of dit klopt?
Naam: Tony Verbeek
Hallo Hans, in antwoord op je vraag, ja toen ik er woonde was het nog cafe. Voor mij woonde er mijn opa Wilhelmus (Hem) Verbeek met mijn tante Mien Verbeek. Hij was timmerman, wij hadden ook een kleine timmerfabriekske op de plaats en er stonden dan ook altijd tuinbanken en trapkes bij ons voor het huis. Vroeger bezorgde mijn opa die met paard en wagen en later op de bromfiets. Ook hadden met de weekmarkt en met de kermis altijd rijwielstalling. Ik moest dan de rijwielstallinsboekjes bij Boekhandel van Tuyl op de Hemelrijken halen. (later is die naar de Kruisstraat gegaan).
Mijn opa huurde dat huis van Van Hapert. Vroeger was dat een woonhuis zijnde van Brakelstraat 4. Toen mijn moeder trouwde heeft mijn opa de tussendeur dicht getimmerd en het (nadat mijn moeder is verhuisd) altijd verhuurd gebleven als 2 woonhuizen. Kortenaerstraat 1a.
Ik ben bijna heel mijn jeugd bij mijn tante en opa gebleven. Dat mijn opa timmerman was, daar heb ik veel plezier van gehad. Met de kermis kwamen al die kermismannen bij hem voor reparaties (toen was bijna alles nog van hout) en als er dan afgerekend moest worden zei mijn opa altijd laat ons Tonyke maar voor niks draaien want hij wist hoe snel ik weer terug was met de kermis omdat mijn centjes op waren. (alleen in het vrolijk rad kon je voor 25ct de hele dag in blijven.) Nou, ik had het helemaal voor elkaar. De draaimolen en de rups hadden een flos en kreeg je die te pakken kreeg je een vrijkaartje dat ik vervolgens uitdeelde aan mijn vriendjes en vriendinnekes. Nou die kwam ik in die periode niet tekort.
Maar ook buiten de kermistijd deed ik goeie zaken. Mijn opa zaagde voor mij van het afvalhout vliegerlatjes en kleppers, de kleppers werden op het gas aan de onderkant wat gebrand (dan had je een mooier geluid) en vervolgens kon ik ze weer verkopen. Ik had in de paardestal in een stukje dat afgeschermd was een plank gemaakt en dat was mijn winkeltje. Niet dat het veel opbracht, maar toch, als ik voldoende in mijn potje had zitten werd mijn vriendenschaar weer bij elkaar getrommeld en gezamelijk togen wij naar de melkboer De Schel die op de hoek van de Trompstraat/Piet Heinstraat zat. Daar kon je ook snoep kopen.Wij kwamen dan ook zeer gelukkig met toverballen, zoethout, poeliepek, jodeveten snoeppapier naar buiten.
Ik trouwde en ging in het kasteeltje in Tongerle op de bovenverdieping wonen. Nadat mijn opa was overleden woonde mijn tante Mien daar nog alleen en wij zijn toen weer bij haar gaan wonen in de van Brakelstraat. Ons tante Mien had d'n aard niet meer nou ons opa dood was en ging op de hoek Kortenaerstraat/St Petrusstraat wonen.
Toen gingen de van Hapert's het huis verkopen want het kostte meer dan het opbracht. Ik wilde daar niet weg en wij zochten een mogelijkheid om het zelf te kopen. Dat lukte, omdat wij, om de lasten op te kunnen brengen, van het tweede deel van het woonhuis, (dus het gedeelte waar ik geboren ben) een cafe van gemaakt hebben. Het oude huis werd geheel verbouwd, en het cafe noemde ik Den Ouwe Stal omdat het mijn ouwe stal was.
Ondanks goed bedoelde waarschuwingen van vrienden om geen cafe te beginnen (wij dachten het beter te weten, want ons kon dat niet gebeuren) zetten wij toch door. Ik moet nu toegeven dat onze vrienden gelijk gehad hebben. Het enige wat er mij over gebleven is de koperen deurknop en brievenbus.
Als ik nu lang de rondweg rijd wordt mijn oog als door een magneet naar mijn huis getrokken. En het doet nog altijd pijn.
Voor degenen die mijn relaas hebben willen lezen, is dit een klein beetje historie die door de kleine raampjes schijnen.Van het pand Van Brakelstraat 4 . Het pand van de'n dove Hem Verbeek, die mij daar toch een heerlijke jeugd heeft laten beleven.