De Eindhovense tabaksfabrikant H.F.C. Coolen liet in 1869 aan de Stratumsedijk een villa bouwen. Tien jaar later, in 1879, werd het pand verkocht aan de Amsterdamse financier Bernard Hermann Anton Sinkel (bekend van de Winkel van Sinkel).
Deze liet een parkachtige tuin aanleggen door tuinarchitect Springer. Na het overlijden van Sinkel in 1890 werd het verkocht aan textielfabrikant J.J. Schröder, die het in 1917 weer verkocht aan de Belgische zusters Ursulinen. Zij vestigden er het meisjespensionaat ‘Sancta Ursula’. Zo kwam de villa aan de naam Huize Ursula.
In de gemeenteraad van 28 december 1928 werd besloten dat er een nieuw stadhuis moest komen op de Studentenwei. Er was behoefte aan een groter en nieuwer gebouw. Raadhuis en secretarie zouden de Rechtestraat moeten verlaten. Het zou nog enige tijd duren voor dit besluit werd uitgevoerd. Wel werd besloten voorlopig te gaan verhuizen naar het pand Sancta Ursula.
Na het vertrek van de zusters Ursulinen was ‘Sancta Ursula’ door de gemeente voor fl. 170.000 aangekocht en in gebruik genomen als gemeentehuis. De houten kapel werd raadszaal. Op 7 mei 1930 vergaderde de gemeenteraad voor het eerst in ‘Sancta Ursula. Dit zou moeten duren tot het nieuwe stadhuis klaar zou zijn. Tot 1952 bleef het  gebouw in gebruik als gemeentehuis. Het huidige ‘Stadspaviljoen’ was het koetshuis dat bij Sancta Ursula hoorde.
Op 19 januari 1952 werd een gedeelte van het stadhuis in aanbouw (op de plek van de voormalige Studentenwei) als noodsecretarie in gebruik genomen.
Sancta Ursula (zoals het tijdelijke gemeentehuis was blijven heten) werd in gebruik genomen door de Stichting Centraal Woningbeheer, het Centraal Planbureau en de Gemeentelijke Accountantsdienst. Op 14 maart 1964 werd het oude karakteristieke pand gesloopt ten behoeve van de bouw van de stadsschouwburg. Het koetshuis bleef behouden in het Stadswandelpark.
Het huis staat al diverse keren op de website. Zie bijvoorbeeld de foto's 643, 649, 2347, 2355, 5101 en 39841.