Beschrijving |
Een mooie foto uit de begintijd van automatisering in de praktijk. Sinds de herfst van 1969 maakte de gemeente gebruik van een gehuurde Philips P1100-computer, opgesteld in het stadhuis. De daar ingerichte computerruimte had voorzieningen die de temperatuur en luchtvochtigheidsgraad zo constant mogelijk hielden, want de computersystemen van die tijd vielen nogal eens uit als daarin schommelingen optraden. (Ook roken was riskant. Daarom mocht je zelfs in die jaren al op veel plaatsen officieel niet roken in computerruimten.) Links staat de processoreenheid, met 64 kilobytes geheugen. De “operator” gebruikt een elektrische schrijfmachine om de computer opdrachten te geven en meldingen terug te krijgen op het scherm links van hem. Op de achtergrond links staan acht lees/schrijfeenheden met uitneembare harde schijven als geheugenmedium. Zo’n schijf was ongeveer dertig centimeter in doorsnede. Meestal waren een paar van die schijven boven elkaar aan een as bevestigd met aan het boveneinde een handgreep. Daarmee werd zo’n schijvencombinatie vanaf boven in de eenheid geplaatst en geborgd of er weer uitgetild. Rechtsachter staan vier lees/schrijfeenheden met magneetbanden als geheugen (zie de bandspoelen op het wagentje). Het computersysteem voerde rekentaken uit voor diensten als bevolkingsregister, personeels- en loonadministratie, incasso, voorraadbeheer, parkeerbeheer enz. Medio 1970 werkten de machine en de 24 ambtenaren van het Bureau Automatisering vanwege de hoeveelheid opdrachten in twee ploegen tussen ’s morgens zes uur en ’s avonds tien uur. |