Bijdrager Theo Verschueren
Jaar: 1812
Locatie 1.:Centrum |111 Binnenstad |Jan van Lieshoutstraat/Rozemarijnstraat*
Onderwerp.: Religie |Katholieke Kerken |Centrum, St Catharina, schuurkerk
Schuurkerk St. Catharinaparochie
Beschrijving | Een tekening gemaakt ten behoeve van de verbouwing van de schuurkerk tot rechtbank van "Eerste aanleg" en gevangenis in 1812. Deze schuurkerk bevond zich achter de pastorie in de Jan van Lieshoutstraat (toen Agterstraat). De pastorie (De Hopbel) is te zien op foto 817 met helemaal rechts de poortingang naar de kerk. De tekening, gemaakt door een architect van het departement, J. Verhellonnen (?), bevindt zich in de verzameling Archives Nationales Paris. Of iets van het plan ooit is verwezenlijkt is niet bekend. Op de tekening is duidelijk de Gender aangegeven. Ook is te zien dat rechts van de kerk een leerlooierij aanwezig was. |
---|---|
Geplaatst op | 07-03-2013 |
Reacties
Naam: Theo Verschueren
R.K. SCHUURKERK in de tuin van het pand “DE HOPBEL”
DE HOPBEL
Het pand genaamd “De HOPBEL” (de naam wordt reeds vermeld in de 16e eeuw) was gelegen in de Achterstraat, later Rozemarijnstraat en sinds 1920 Jan van Lieshoutstraat nummer 10. Het links ernaast gelegen pand droeg de naam “COCKEROLLEN”. Beide panden waren omstreeks 1630 in eigendom van MATHIAS GERARDS, de laatste kapitteldeken van het Collegiaal Kapittel van St. Catharina Eindhoven, opgericht in 1399. Het “Placaat van Retorsie” uit 1636 bepaalde dat alle geestelijken de Meierij van Den Bosch moesten verlaten. Hierop verkocht kapitteldeken MATHIAS GERARDS in 1640 zijn eigendommen. Hij overleed in 1644.
Het pand “COCKEROLLEN” werd verkocht voor fl.3700,- aan zijn broer, de kunstschilder NICOLAAS GERARDS en het pand “DE HOPBEL” voor fl.1330,- aan DERCK WILLEMS van den BROECK.
De Vrede van Münster in 1648 betekende het einde van het Kapittel, maar ook het begin van de schuilkerkperiode voor de katholieken, die de Catharinakerk aan de protestanten moesten afstaan.
DERCK WILLEMS van den BROECK was burgemeester in 1643-1644 en overleed in 1667. De volgende eigenaar in 1679 was WILLEM POOLEN, burgemeester in 1671-1672, die het pand had aangekocht t.b.v. de R.K. Parochie Eindhoven en in 1698 had ROGIER WIJNANTS, burgemeester in 1684-1685, het pand in eigendom. Vervolgens had ANNA MARIA WIJNANTS, de weduwe van MATHIJS ROEFS, burgemeester in 1711-1712, het pand in 1750 op haar naam staan. In 1760 wordt “DE HOPBEL” getransporteerd aan het R.K. Kerkbestuur. Zij gaat dienst doen als pastorie in 1810, nadat de Catharinakerk weer in bezit van de katholieke gemeenschap was gekomen.
Na ingebruikname van de nieuwgebouwde pastorie bij de kerk in 1906, wordt het pand verkocht aan JAN VAN LIESHOUT (1836-1919), wethouder en president van het R.K. Armbestuur. Na zijn dood komt “DE HOPBEL” weer in handen van het R.K. Armbestuur en wordt ingelijfd bij het R.K. Binnenziekenhuis. In 1933 valt het pand “DE HOPBEL” onder de slopershamer.
De SCHUURKERK
1672 De eerste SCHUURKERK wordt gebouwd
in de tuin van het pand “DE HOPBEL” in de Achterstraat, waarvan een gedeelte van deze waarschijnlijk houten schuurkerk in 1691 instort. De schuurkerk was toegankelijk via het poortje naast het pand.
1696 Een grotere SCHUURKERK wordt gebouwd.
Op 16 februari 1699 wordt beslag gelegd op de schuurkerk, terwijl de eigenaar ROGIER WIJNANTS een boete van fl. 200,- krijgt opgelegd. De Diensten konden op 13 juli 1700 weer hervat worden totdat op 12 april 1711 de schuurkerk wederom gesloten en verzegeld werd. Deze sluiting duurde onder hevige protesten van de katholieken slechts enkele weken.
1787 De SCHUURKERK wordt nogmaals vergroot en verbeterd
1810 De SCHUURKERK wordt buiten gebruik gesteld
en het pand “DE HOPBEL” gaat dienst doen als pastorie. In opdracht van de in 1811 ingestelde “Rechtbank van eerste Aanleg (Tribunal de premier Instance), is ten behoeve van een eventuele verbouwing van de schuurkerk tot
rechtbank en gevangenis, bovenstaande tekening van de schuurkerk met een plattegrond van de kerk en het pand “De Hopbel” gemaakt. De verbouwing ging niet door.
1812 De SCHUURKERK wordt afgebroken
Het pand “DE HOPBEL” wordt dan bewoond door de pastoor GUILIELMUS VAN GASTEL (Pastoor van de Cathrien van 1789-1816). Hij overleed op 31 jan. 1816
Het pand “COCKEROLLEN” wordt dan bewoond door JOHANNES JACOBUS JANSSEN (Burgemeester van 8 aug. 1810 tot 4 juni 1812). Hij overleed op 3 mei 1818.
Naam: Corjan van der Peet
Bij de beschrijving van de tekening wordt als naam van de architect 'J. Verhellonnen' genoemd. Ook elders in de provincie komt deze naam in allerlei verhapelde vormen voor in archiefinventarissen, vooral die van Franse signatuur. Het gaat daarbij uiteindelijk om de Bossche Stadsbouwmeester (of 'Stadstimmerman') J. Verhellouw, lid van een bekende architectenfamilie. (elders vindt men in de literatuur ook foutief de naam wel als 'J. Vinkellouw' aangehaald), die in deze jaren tevens een aanstelling had binnen het Keizerrijk als 'Architecte du Département des Bouches du Rhin' -oftewel als provinciaal architect. Hij (ver)bouwde in die hoedanigheid voor de het Départment in diezelfde jaren bijvoorbeeld de penitentiaire inrichting aan de Bosche Sint Jorisstraat tot Huis van Burgerlijke en Militaire Verzekering.
Naam: Corjan van der Peet
Hierboven wordt vermeld dat de Vrede van Münster, 1648, het einde van het kapittel betekende. Dit is in zoverre correct, dat het kapittel in zijn oude vorm en (kerkelijke) functie verdween. Maar als rechtspersoon leefde het tot begin 19e eeuw voort (dat zien we haast overal in de Republiek). Na de annexatie van het Departement Brabant en het Koninkrijk Holland (twee stappen, in 1810) door het Franse Keizerrijk, werd alras de Franse wetgeving ingevoerd. Dat proces was in 1811 voltooid. In Frankrijk waren de kapittels al in de beginjaren van de Revolutie opgeheven en waren de eigendommen en rechten door de Staat geconfisqueerd. Dat gebeurde nu ook in het vroegere Nederland. Er waren nog mensen, in juridische zin nog kanunniken dus, die tot ver in de 19e eeuw afkooprenten ontvingen als schadevergoeding voor die naasting, na het herstel van de Nederlandse onafhankelijkheid dus door de Nederlandse Rijksoverheid (naar ik vermoed via de Dienst der Domeinen, later tijdelijk het Amortisatiesyndicaat of vergelijkbare instanties).