EiB header publiek

Het heden en verleden van Eindhoven

Responsive Navigation
Google Maps

Uw selectie...

Fotonr.:

31380

Bijdrager:

Jaar:

1959

Stadsdeel:

Woensel

Buurt:

422 Kronehoef

Straat:

Kloosterdreef

Onderwerp 1.:

Religie

Onderwerp 2.:

Katholieke Kerken

Onderwerp 3.:

Woensel, St Petrus

Een reactie op deze foto insturen


Ik heb de algemene voorwaarden gelezen en akkoord bevonden

image




  • facebook
  • twitter
  • img
St. Petrusaltaar

Beschrijving

Het altaar van de St.Petruskerk. Voor het altaar zitten het 60 jarig bruidspaar J.v.Tilburg-Reijnders.


Geplaatst op

08-06-2012

Reacties:

Datum: 12-02-2013
Naam: Gerard Strijards  
img

De voetgebeden, aan het begin van de mis. De priester heeft net de woorden gesproken: "Introïbo ad altare Dei" (Ik zal opgaan tot het Altaar des Heren). De beide misdienaartjes liggen diepgebogen op de onderste trede, knielend op de rand daarvan, en antwoorden (naar men hopen mag: gezamenlijk) "Ad deum qui laetificat iuventutem meam" (Tot God die mijn jeugd verblijdt). Om dat zonder stotteren te doen, dat viel nog niet mee, want in je misboekje kon je dan niet kijken, omdat je diep gebogen zat, uitslovers bogen het hoofd zo diep dat het voorhoofd de koude marmervloer beroerde. En daarna het "Confiteor", maar dan kon je weer meelezen met de priester, dus dat liep wel los. De celebrant staat met de rug naar het kerkvolk, dus het is vóór 1966, voordat de liturgische vernieuwing toesloeg in de Nederlandse kerken: de priester stond voortaan naar het kerkschip toe, achter een mistafel, eerst een geïmproviseerd meubel en daarna uitgevoerd in de passende sacramentale ornamentiek. De wat wezenloze tekst ter opening werd "Onze hulp is in de naam van de Heer." Het kerkvolk mompelde dan dof, toonloos en lusteloos terug: "Die Hemel en Aarde gemaakt heeft". Zeg dat wèl. Het klonk als een verkapte beschuldiging aan de Schepper: een verlaat doch collectief verwijt dat Hij er maar een mooi soepzooitje van had gemaakt en dat wij dat nu opknappen mochten. Althans, zo ervoer ik dat. Het Concilie bedoelde dat niet. Althans niet zó.


Datum: 12-02-2013
Naam: Ger van der Palen  
img

Fris mijn geheugen eens op: de 2 dames die nog voor de communiebank op een stoel knielen, hadden die nog een speciale functie of betekenis?


Datum: 12-02-2013
Naam: Gerard Strijards  
img

Bij dit soort jubilea werden vrienden, verwanten, bloeden en magen achter de communiebank -- bezien vanuit het schip -- uitgenodigd ter bewoning van de Heilige Mis. Een zestigjarig huwelijksfeest is natuurlijk uitzonderlijk maar werd niet apart liturgisch gevierd. Dat was voor de familie wat teleurstellend. Daarom kregen ze toch een extra-streepje voor door plaatsing vlak vóór het priesterkoor achter de communiebanken, zodat ze te onderscheiden waren van gewoon kerkvolk. Als de pastoor tenminste daartoe bereid was. Maar bij een dageraadsmis hadden leken nooit een liturgische functie, zoals later. Toen mochten ze bij familiegelegenheden hun persoonlijke gevoelens komen spuien tijdens de Dienst van het Woord, maar de huidige Bisschop heeft daar een einde aan gemaakt. Er was ook wel van een wildgroei sprake. Zelf heb ik bij dergelijke gebeurtenissen wel meegemaakt dat iemand als een Toots Thielemans met snerkende uithalen zijn mondorgel ten gehore bracht teneinde "endless love" te doen weerklinken, waarbij ik een zekere gene toch niet kon onderdrukken. Over smaak valt niet te twisten, over de canonieke beperkingsnormen bij een liturgische plechtigheid wel.


Datum: 13-02-2013
Naam: Willie van Tilburg  
img

Het bruidspaar zijn mijn opa en oma en die twee meisjes die voor het altaar zitten
zijn ook kleinkinderen van het bruidspaar en waren bruidsmeisjes.
(zie ook op foto's 10297 en 32768)


Datum: 05-10-2015
Naam: Tini van Rooij  
img

Onlangs was ik in deze kerk en het viel mij op dat de wanden van het priesterkoor helder wit waren geverfd. Dit is gebeurd bij de laatste schilderbeurt ergens in de jaren '80.
In mijn herinnering waren de wanden behangen zoals op deze foto. Aan de bovenkant stond de tekst: „Spoed u naar de pleinen en straten der stad en breng de armen en gebrekkigen, de blinden en kreupelen hier binnen.” Dit heb ik uit verveling vele malen gelezen.
Op speciale dagen werden de wanden bedekt door zware donkerrode veloursen gordijnen. Dit is te zien op foto 5047


Datum: 06-10-2015
Naam: gerard strijards  
img

Zoals de heer van Rooij al aangeeft was het priesterkoor aan de apsiszijde vóór 1970 steeds voorzien van een polychromering met malmotief waarin Franse koningslelies, ontleend aan de royalistische Oriflamme, in matgoud, het herhalingsmotief waren. De oriflamme, dat is de Franse Koningsvlag met de lelievelden, die ook door Jeanne d'Arc gevoerd werd bij de slagen tegen de Engelse bezetter, bij de bevrijding van Frankrijk. Daarboven de tekst in fractuurletter ontleend aan Lucas 14, vers 15-24, waarin Christus de parabel verhaalt van de grote heer die een rijk gastmaal aanbiedt aan de notabelen. Ze excuseren zich allemaal en komen niet opdagen, waarop de heer des huizes woedend wordt, en zijn dienaar gelast naar de sloppen, pleinen en straten der stad te gaan en hem de armen en gebrekkigen te brengen, de blinden en de kreupelen, want thans zullen zij aanzitten aan de maaltijd des heren: werkelijk, geen van de oorspronkelijk genodigden zal aanzitten. De priester bidt dit standaard, als hij de gelovigen uitnodigt ter communie te gaan. De architect van de Woenselse Sint Petruskerk, de Tilburger Henri van Tulder, had dit in 1870 gezien in de toenmalig gerestaureerde sacramentskapel aan de Sint Janskathedraal, de basiliekkerk te Den Bosch, die toen net op instructie van Pierre Cuypers uit Roermond onderhanden werd genomen. Cuypers had gelast de grauwe bepleistering te verwijderen die in de periode van het protestantisme het metselwerk had bedekt, en waarachtig, daar kwam een lelie-tafereel boven dat kennelijk in de late middeleeuwen was aangebracht met de illustratie naar Lucas' parabeltekst. Dat was nog aangebracht door Jeroen Bosch, de beroemde Bossche schilder, óók. Het was een enorme sensatie, omdat hieruit bleek dat de middeleeuwers lang niet altijd met schoonmetselwerk hun kathedralen en bedehuizen afwerkten zoals destijds de gangbare neogothische theorie was. Cuypers keek ervan op en Van Tulder ook. Zo ook de Rijksreferendaris voor het cultuurwezen en het nationaal erfgoed, Victor de Stuers. Van Tulder dacht dus: dat doe ik ook, ik bedek ook mijn pleisterwerk met een dofgroen fond en daarop het matgouden oriflamme-motief om het Koningsschap van Christus uit te drukken: Paus Pius IX had net dat feest van Christus Koningsschap liturgisch ingesteld, ter compensatie van het verlies van de kerkelijke staat, waardoor de Paus niet langer wereldlijk heerser was. De Sint Petrus-kerk zat vol met verwijzingen naar dat staatkundig drama, waarbij de Woenselse katholieken zich nauw betrokken wisten, mede omdat hun kerk was gesteld onder de patronage van Sint Petrus, de eerste Paus. Maar in de zeventiger jaren was dat thema niet erg modieus meer in Nederland. Christus werd niet langer voorgesteld als koning, gekroond en als heerser wederom komend -- ook al is dat één van zijn stellige voorspellingen, zelfs aan Pontius Pilatus -- maar als een nederige en zelfs anarchistische revolutionair. Die de "gevestigde maatschappelijke orde" omver wilde werpen. Men bedekte dus de schilderingen en teksten met witlagen. In de apsis, maar ook in het schip. Ook al omdat in die tijd het Nederlandse koningschap zeer kwestieus was, mede door de verbondenheid van Irene van Oranje met het Spaanse Koningshuis De Bourbon Parma, waarvan ze één der troonpretendenten trouwde, een dynastiek Huis dat redelijk reactionair was en weinig ophad met de linkse revolte van die tijd. De kerk werd trouwens toch opnieuw bemeubeld en er sneuvelde nog wel meer aan fraai meubilair met een langreikende traditie, zoals de prachtige preekstoel.