Fotonr.: 27376
Bijdrager Frans van Beers
Jaar: 2011
Locatie 1.:Centrum |115 TU-terrein |Fuutlaan
Onderwerp.: Spoorwegen / Tramwegen |Spooremplacementen

Een reactie op deze foto insturen


Ik heb de algemene voorwaarden gelezen en akkoord bevonden

image

Spooremplacement

Beschrijving

oude slagboom op het spooremplacement.

Links op de achtergrond is Uiverlaan te zien.

Was er een NS-dienst gevestigd in het gebouw aan de Fuutlaan achter de slagboom?


Geplaatst op 24-02-2011
Email bijdrager img

Reacties

Datum: 25-02-2011
Naam: Ger van der Palen img

Uitgraven dat ding en op de kruising Hoogstraat - Hagenkampweg plaatsen. (bij het spoorhuisje en het Andreaskruis. Of ben ik nu te hebberig?


Datum: 28-04-2011
Naam: Martin Spoek img

Het pand was een dienstwoning voor 4 spoorwegbeambten nr 2 4 6 en 8 Het pand was ingenieus verdeeld in 2 beneden-woningen (ingangen aan de zijkant) en twee bovenwoningen (ingang aan voor en achterkant) via een trap kon men van de benedenwoning een verdieping overslaand boven nog een kamer bereiken. Mijn grootvader Stegehuis was hoofdstationschef van 1935 -1942 en in 1944 en later in diverse functies. (Onder de Duitse bezetting werd men met 60 jaar gepensioneerd) Andere bewoners die ik me herinner Fam Jeelof, Blankert, Gorissen. Ondanks het feit dat het "Hogere" ambtenaren betrof was er zelfs geen badkamer aanwezig in het pand! wel twee wastafels in resp. twee beneden slaapkamers (nr 8) Verder huiskamer, salon en keuken en sousterrain. Latere verminking van het oorspronkelijke gebouw zijn het verwijderen van de zij-ingangen, ongetwijfeld de binnenruimte en de dakkapellen. In de vier tuinen stonden een blokhut (kolenhok)opgetrokken uit bielzen!


Datum: 28-04-2011
Naam: Frans van Beers img

Bedankt voor de toelichting Martin! Op deze foto 27633 is de voorkant van het pand te zien.


Datum: 31-01-2015
Naam: Jos Holleboom img

Deze foto is genomen op de plaats waar onze tuin was. Deze was zo groot als het parkeerterrein hier afgebeeld en liep langs de zijkant van het gebouw tot aan de achterkant van het gebouw. Precies op de grens van de achterkant van het gebouw langs de rest van het parkeerterreintje tot aan de hefboom en dan weer haaks de hoek om tot aan de grens op het midden van het gebouw was de langwerpige tuin van de benedenwoning aan de zijkant van het gebouw. Zo'n zelfde lange tuin strekte zich voor een meter of dertig lang uit voorbij de achterkant waar de familie Feddema woonde. Daarnaast weer net zo groot als onze tuin, dus als de hier afgebeelde parkeerplaats, was de tuin van de familie Schötteldraaier. Later de familie Reinders. Wij woonden op nummer 6, dat aan de voorkant van het gebouw was. Er was geen stoep maar een met straatsteentjes schuin aflopend geplaveid loopgedeelte waarop de bakker met zijn fietskar, de groenteboer Wijnand de knecht en Kees de eigenaar uit de Merellaan (vlakbij het huis waar minister-president de Quay woonde) en de melkboer Janus met paard en wagen hun spullen ventte.
De deur stond altijd open overdag en deze mensen kwamen gewoon de trap op en het woonhuis op de eerste verdieping binnen. Dat was vertrouwd
Entree was aan de straatkant. Achter onze tuin, waar deze foto genomen is , was geen officieel stenen gebouw van de spoorwegen.
Wel is er in de jaren vijftig een groot grindterrein geweest waarop een werkkeet voor het spooronderhoud was. Die verdween in de beginjaren zestig. Langs de Fuutlaan. Dit grindterrein grensde overigens niet aan de Fuutlaan zelf maar was op het eigen spoorwegterrein. Tussen dit grindterrein en de Fuutlaan was een langwerpig terrein, met een houten kantoor waarin tekentafels stonden. Om het terrein stonden heel veel paarse wilde lupines.
Naast het parkeerterrein was een met grote hoge ijzeren hekken met ijzer vlechtwerk afgesloten bestraatte toegangsweg van ongeveer 10 X 10 meter lang langs de Fuutlaan op een meter of 20 verwijderd van de straat zelf. Wij konden altijd via onze achteruitgang in de tuin komen op dat afgesloten terrein en speelden daar met onze bolderkar of gleden van de kolenbergen af die daarnaast gelegen waren.
Voor het kolenterrein was een vee-lading waar we vanaf reden. Daar legden de militairen aan met hun tanks op spoorwegwagons, oud ijzer en staalvervoer en leerafval-vervoer. Maar ook het circus ontlaadde daar haar dieren die dan in optocht over de fuutlaan onder de ramen van ons huis langs naar het circusterrein achter het station in Woensel liepen.
Aan de andere kant van de Fuutlaan langs de plaats waar nu het parkeerterrein afgebeeld is, stond het ketelhuis van de Philipswoningen uit het villapark. en daarnaast, ongeveer tegenover onze huiskamer op de hoek van nummer 6 was een eenvoudig woonhuisje, dat gebruikt werd door het onderhoudspersoneel van de philipshuizen. Daarvoor was een oude eikeboom en meteen ernaast een pad naar de achter tuinen van de huizen aan de Uiverlaan dat afgesloten kon worden met een laag hekje van gaas. Vervolgens twee garages. Tenslotte op de hoek van de Fuutlaan en de Uiverlaan stond het huis van de familie Hehenkamp.
Langs de achterkant van het hier afgebeelde huis liep een soort straatje. Daarnaast
liepen dus twee langgerekte tuinen waarvan de grens in de lengte liep ter hoogte van de hier afgebeelde slagboom. Pal daarnaast, dus vlak langs de slagboom liep een spoor waarover gerangeerd werd. Vanuit mijn slaapkamer heb ik vaak gekeken naar de treinen dier knerpend onderlangs reden.
Aan de andere kant van het huis, achter de tuin van de familie Schötteldraaier, het huis van de stationschef, was eerst een soort vuilnisbak van ongeveer 3meter lang, hoefijzervormig aan de zijkanten over een afstand van 2 meter en 1,50 meter diep.
Deze stond op een smerig zwart vervuilde aarde en gruisterrein waarop een kabel-opslagkeet stond van een meter of 25 lang en misschien wel een meter of 10 a 15 diep. Op dat dak speelden wij vaak. Voor die opslagplaats liep langs de Fuutlaan een vieze ondiepe sloot met schuin aflopende met gras begroeide oevertjes. Ook daarin speelden wij.
Wat het gebouw betreft was het zoals hierboven beschreven. Uit zijn beschrijving kan ik opmaken dat het hier om de stationschefwoning ging aan de voorkant van het gebouw.
De bovenwoningen hadden een trapje aan de straatkant van twee treden met aan beide zijden een gedraaide en boogvormige steun. De voordeur was groen geschilderd en had een klein ruitvormig kijkvenstertje in de bovenste helft. Hij was zwaar uitgevoerd. Er zat een geelkoperen brievenbusklep in met erop het woordje brieven in een soort art-deco-schrift.
Door deze deur kwam je in een hal van ongeveer 4 x3 meter. Op de vloer lagen roodgebakken vierkante tegeltjes van, ik denk ongeveer 10x10 cm. Het geheel afgebiesd met een zwarte rand van tegels ongeveer de helft van grootte.
Links vooraan was meteen de ingang naar de kelder die even groot groot was als de hal met achterin nog een extra diepe kolen- of aardappelkelder.
Langs de straatkant was een smal raam eerder plat dan hoog. Op de vloer lagen grote mat geglazuurde roodbruine tegels van ongeveer 20 x20 cm.
Achter in de toegangshal was links de trap naar boven die uitkwam op een soort verloop langs de straatzijde en dan weer haaks op de voorgevel naar boven liep. De tweede trap was korter. Dan kwam je weer op een soort halletje met links daarvan een trap naar zolder Analoog aan de vorige twee trappen. Het tweede deel van de trap begon ook na een soort overloop met een groot raam. De trap liep langs een houten beschot, dat tot de was of meidenkamer hoorde die op zolder was gemaakt van houten planken. Deze waren lichtblauw geschilderd.
De zoldertrap kwam uit op een vierkante overloop met twee grote slaapkamers aan weerszijden en het waskamertje direct rechts om de hoek van de trap. De beide slaapkamers hadden deuren met 2 rechthoekige houten panelen die okergeelgeschilder waren. De linkerkamer was groot en vierkant met als je binnengaat rechts een kastdeur die toegang gaf tot een donkere 2 meter diepe kast over de hele diepte van de kamer. In de wand van deze donkere ruimte zat een kruipgat. Middels dat kruipgat kon je op de vliering van alle vier de woningen komen. Links na binnenkomst zat een houten soort vensterbank met een staande planken wand van een meter of anderhalf en daarboven een grote dakkapel. Vandaaruit konden we over een groot deel van het villapark uitkijken.
De slaapkamer links was gelijk aan de beschreven zolderslaapkamer maar de helft smaller.
Terug naar de overloop van ongeveer 2x2 meter nadat je van de entreehal de trappen opging.
Daar had je recht tegenover de tweede traphelft een toegangsdeur tot het woongedeelte. Deze stond altijd open. Ik herinner me dat de deurgrepen van koperwaren, rechthoekige vorm hadden en een zwarte greep van het kan hoorn maar ook hout of zoiets geweest zijn.
Door die deur kwam je in een 12 meter lange gang. Links was de wc met de deur niet in de gang maar in de muur haaks op de gang. De wc had een fonteintje en een verlichting van een kale gloeilamp. Tegenover de wc was een gangkast waar de stofzuiger stond. Daartussen in een doorloop naar de keuken. Deze keuken was ongeveer 6 meter diep en 4 meter breed. Links tegen de wand stond een kast met twee deuren met glazen ruiten. Wij noemden die de vliegenkast.
Daarnaast stond het fornuis.
Aan het eind van de keuken waren twee smalle heel hoge ramen verdeeld in twee delen. Het waren schuiframen met zo'n wieltje waarlangs een touw liep en een koperen pin met dikke koperen knop om het raam hoog te houden. Door die ramen keek je over de tuin van de familie Feddema op het rangeerterrein en het spoor dat vlak langs de heg liep. Vooraan in de tuin stond bij het hek een klein schuurtje.
Naast de twee ramen aan de rechterkant was de gootsteen van graniet met wit-en zwart dambord-gelegde tegeltjes waar barsten in zaten. De tegels zaten ongelijk. Daarnaast was over een lengte van een meter of drie een granieten aanrechtblad met eronder en erboven helderblauw-geschilderde keukenkastjes met op elk deurtje een vierkant paneel in een omlijsting. Daarnaast was ruimte voor de wasketel.
Tenslotte in de hoek langs de korte zijwand rechts van de ingang een kast, die later een douche zou worden. Voor de jaren zestig wasten wij ons 's winters in de teil met warm gekookt water en zomers op het aanrecht. In de keuken was geen warm water. Het water kwam uit een koperen kraan.
Als je de 12 meter gang in kwam was er meteen links de huiskamer van ik schat 6 x 4 meter met de deur links van het midden. De haard was links van de deur tegen de smalle wand. Naast de haard een deur naar de salon of eetkamer. Deze was niet gestookt. Ik weet dus niet of daar een rookkanaal was. De huiskamer had vier paar smalle hoge schuiframen langs de straatkant. De eetkamer nog twee paar extra aan de zijkant van het gebouw.
Tegenover de woonkamers waren twee gangkasten. Om een of andere reden zong mijn vader altijd het Credo (RK) als hij in de linker-gangkast moest zijn.
Aan het eind va de gang was en soort halletje van 2x2 meter met bovenin hele groten ramen met gebobbeld bruingekleurd glas dat licht op de zolderoverloop van de woning van de benedenburen moest geven.
Daar was een gangkast om de hoek van de gang en de toegang tot twee slaapkamers. Links de smalle lange slaapkamer(grote als de keuken) met twee grote schuiframen die uitkeken over het spoor en de werkterreinen voor wegtransport van o.a. Van Gend en Loos, maar ook van allerlei pakketvervoer.
Links naast de ramen een grote wastafel met alleen koud water en aluminium-kleurige kranen. Meteen links van de slaapkamerdeur was een diepe legkast.
De andere slaapkamerdeur gaf toegang tot een grote vierkante slaapkamer met aan twee kanten twee groepen van twee schuiframen. Geen wastafel.
Dit is mijn herinnering van hoe het huis was ingedeeld in de tijd dat wij er woonden van 1950 tot 1968.


Datum: 31-01-2015
Naam: Jos Holleboom img

Excuus. Wat betreft de foto 27633 moet ik helaas toegeven dat ik mij wat betreft het aantal ramen in het woongedeelte heb vergist.


Datum: 01-02-2015
Naam: Frans van Beers img

Bedankt Jos voor je mooie beschrijving en informatie!