Bijdrager Fanny van Ree
Jaar: 1930
Onderwerp.: Religie |Processies / Bedevaarten |Heilig Bloed Bedevaart
Onderwerp 2: Religie |Affiches / Posters / Stickers
Bedevaart naar H. Bloed te Boxtel.
Beschrijving | Een aanplakbiljet over de bedevaart naar Boxtel. Vroeger ging men veel naar bedevaarten in de regio. Ik ben zelf als klein meisje naar veel van die processies geweest. Verzamelen was in de pastorie van de Joriskerk. In de Paterskerk te Eindhoven was het zelfs een eer om mee te lopen in de Maria Processie. Doordat mijn ouders pater Mijnsbergen goed kenden mocht ik meelopen, eerst als bruidsmeisje en later als engel achter de baldakijn. Helaas heb ik hier geen foto's meer van. |
---|---|
Geplaatst op | 20-01-2006 |
Reacties
Naam: Wil van Hout
Duizenden kinderen zijn daar naar toe geweest. En na afloop kreeg men een rood draadje garen. Waar zouden die allemaal gebleven zijn. Het was een komplete feestdag. Met de trein en kadetjes met cervelaatworst. Ondanks.... vergeet je dat nooit meer! Minstens 70 jaar geleden! Wie herinnert zich nog schabbelier? Dat was zo'n pakje gekleurde lapjes stof die met een touwtje om de hals gedragen werd. Dan ging men zeker naar de hemel. Maar na een paar keer wassen een illusie armer.
Naam: Hans van Melis
Een schappelier(medaille) is geen christelijk monopolie. Een verzamelaar/restaurateur van oude auto's uit mijn kennissenkring vond tijdens de restauratie van een in Noord Afrika gekocht tweedehandsje , op een onmogelijke plaats, een in linten gewikkeld pakketje met Arabische tekens en tekeningen. Een van de tekeningen stelde de profeet Jebril voor, die bij ons de aartsengel Gabriel is. Jezus beschouwen de Moslims ook als een profeet. Mijn Marokkaanse zegsman vergeleek het met een schappelier vergelijkbaar met een christoffelmedaille in westerse auto's.
Naam: Wim van Valen
In verband met de H.Bloed verering weet ik nog dat mijn moeder (ik ben 85 jaar) naar Boxtel ging en dan altijd een rood draadje garen meebracht. Wanneer ik dan een bloedneus kreeg, wat me vroeger nogal eens overkwam, werd dat draadje om m'n pink gedraaid om het bloeden te stoppen. Of het hielp weet ik niet maar dat zal wel, want ik heb nou in ieder geval geen bloedneus meer.
Naam: Theo van den Dungen
De geschiedenis van het Heilig Bloedwonder in Boxtel gaat terug tot 1380 (en waarschijnlijk nog wel verder). In de geschiedenis van Boxtel staat Willem van Boxtel (= Willem van Merheim = Willem, heer van Boxtel) bekend als de heer die het Heilig Bloedwonder officieel door een kardinaal liet bevestigen. Deze bevestiging geschiedde in 1380 door kardinaal Pileus de Prata, aartsbisschop van Ravenna. Het wordt niet onmogelijk geacht, dat de Heer van Boxtel (= Willem van Merheim) de toenmalige pastoor van Boxtel (= Hendrik van Merheim, volle neef van Willem) en de kardinaal de verklaring over het Heilig Bloedwonder opstelden om daardoor van Boxtel een bedevaartplaats te maken (de geestelijkheid in die tijd wist als geen ander welke invloed relieken hadden op de gelovige bevolking).
In de geschiedenis duikt pas later de naam van Eligius van den Aker uit Esch op; hij zou de wijn uit de kelk hebben geknoeid op de doeken tijdens de eucharistieviering aan het driekoningen-altaar in de kerk van Boxtel. Hij heeft vervolgens getracht de bloedvlekken van Christus uit te wissen bij de watermolen van Boxtel, die niet ver van de kerk lag (eucharistiewonder). Deze Eligius van den Aker is een geschiedkundige gegevenheid, hij was daadwerkelijk als priester in Boxtel actief tot 1380.
De erkenning van het Heilig Bloedwonder van Boxtel had tot gevolg dat talloze bedevaartgangers naar Boxtel kwamen. De bloeddoeken werden later bewaard in een speciaal gebouwde kapel, de Heilig Bloedkapel. Deze bevond zich in de Sint-Petruskerk die in 1493 tot kapittelkerk werd verheven. Omstreeks 1600 werden de Heilig-Bloeddoeken niet meer in Boxtel bewaard, maar in Den Bosch, zij werden jaarlijks door de deken van Boxtel opgehaald en na de processie weer teruggebracht. Na de val van Den Bosch in 1629 werden de doeken overgebracht naar andere plaatsen (Sint-Michielsabdij in Antwerpen bv), om tenslotte in 1652 in Hoogstraten ( B) terecht te komen.
De parochie Boxtel ontving jaarlijks een aandeel in de offerpenningen die in Hoogstraten werden ontvangen. De processies werden gehouden op Sacramentsdag en Drievuldigheids-zondag, tevens Boxtel kermis. In 1648 raakten de katholieken in Boxtel hun kerk kwijt, maar alhoewel de uitoefening van de godsdienst verboden was, trokken vele katholieken naar kerkjes aan de grens van de Republiek en gingen ook op bedevaart naar Uden, Handel, Kevelaer en Hoogstraten (waar dus de Heilig Bloeddoeken uit Boxtel werden bewaard). Toen de katholieken op 14 juni 1799 weer konden beschikken over de vervallen Sint-Petruskerk op basis van de Staatsregeling van 1798 (die bepaalde dat kerken dienden te worden overgedragen aan het grootste kerkgenootschap) hebben diverse pastoors getracht de Heilig Bloeddoeken terug te halen naar Boxtel, hetgeen aanvankelijk mislukte (in 1852 toen de Heilig Bloeddoeken dus al 200 jaar in Hoogstraten waren, kreeg pastoor Wilmer te horen, dat de doeken destijds door de Heer van Boxtel waren afgestaan).
De pastoor van Boxtel bleef proberen de Heilig Bloeddoeken terug te krijgen. Aanvankelijk werd in 1922 bepaald dat Boxtel (na 270 jaar) geen rechten kon doen gelden, maar uiteindelijk stelde Hoogstraten voor 1 van de 2 doeken af te staan, mits Boxtel geen aanspraak meer zou maken op het andere doek en afzag van het aandeel in de jaarlijkse offerpennigen
Boxtel kreeg van Hoogstraten het zogenaamde Corporaaldoek; Paus Pius XI verleende op 27 februari 1924 zijn goedkeuring aan de overbrenging naar Boxtel. Op 12 juni 1924 gingen 550 mannen 20 priesters per trein/tram naar Hoogstraten, alwaar tijdens een plechtige dienst het Corporaaldoek in ontvangst werd genomen. Dit doek werd uiteindelijk weer bewaard in de gerestaureerde Heilig Bloedkapel in de Sint-Petruskerk.
In 1925 werd het Heilig-Bloedpark of processiepark aangelegd, er werd een altaar geplaatst onder een koepel, en in het park werden slingerwegen aangelegd om de processie te kunnen houden.
Gedurende de eerste jaren kwamen er veel georganiseerde bedevaarten van Tilburg, Eindhoven, Den Bosch, Nispen en Luyksgestel naar Boxtel. Na de Tweede Wereldoorlog was er van de bedevaarten vanuit omliggende plaatsen naar Boxtel bijna niets meer over. En in 1949 werd de processie totaal vernieuwd, het werd een huldestoet voor het Heilig Bloed bestaande uit 5 delen: een openingsgroep, een bijbelse groep, een liturgische groep, een historische groep en de Mariagroep. De huldestoet werd gevolgd door de verenigingen en tenslotte het Heilig Sacrament, dat om beurten door de pastoors van de drie parochies van Boxtel werd gedragen.
In 1949 werd er zelfs een Heilig Bloedspel geschreven. Dit spel is in 1952 en in 1999 (vanwege het 75-jarig bestaan) nogmaals opgevoerd....
BRON: Baanderheren, Boeren & Burgers een overzicht van de geschiedenis van Boxtel, Liempde en Gemonde. Drs Jean Coenen.
Naam: Wout Hagens
In deze rubriek wordt gesproken over schappelier. Volgens mij wordt bedoeld een scapulier. Dit zijn twee lapjes gewijde stof, door linten verbonden, uit devotie door rooms katholieke leken onder de kleren over borst en rug gedragen. Vaak werden deze uitgereikt bij de eerste Communie.
<<< hebben we die discussie hierboven al niet gehad? (Peter) >>>