Bijdrager Frans van Beers
Jaar: 1915
Locatie 1.:Tongelre |333 Muschberg, Geestenberg |Tongelresestraat/Nieuwstraat*
Onderwerp.: Gebouwen |Stations |Station, Tongelre
Station en spoorhuisje in Tongelre
Reacties
Naam: Hans van Melis
Het bewijs dat Martin Spoek de juiste plaats aanwees is te vinden op foto 1396. Volgens deze plattegrond lag het op de hoek van de Antennestraat-Tongelresestraat.
Naam: Theo van den Dungen
De foto dateert uit 1915, en toont Koos van der Horst met haar zoontje Piet. Dit stationnetje kende als (bekende) spoorwegwachters Piet en Jacoba van der Horst, roepnaam Koos en Nolleke van Happen en Piet van de Broek. Het lag aan de spoorlijn Eindhoven-Weert.
Citaat: In de oorlogstijd 1940-1945 moesten volgeladen steenkolentreinen 's nachts wel eens wachten voor de overweg. Nolleke gaf dan een seintje wanneer alles veilig was en dan klom zowat half Tongelre op de kolenwagens om kolen naar beneden te gooien, die ze later oppikten om in de huiselijke haard te gebruiken. Bron: Tonny van den Boomen Tongelre oh Tongelre pag. 110.
Naam: Jack van Hoek
Mijn vader, Wim van Hoek, vond het in de oorlogsjaren een daad van verzet tegen de bezetter om hier zoveel mogelijk kolen van de wagons weg te halen. Hij waagde zich 's nachts, met zijn makker Tiny Coolen, zelfs op het grote rangeerterrein, waar de volle kolenwagons, al dan niet afgekoppeld, 'op hen te wachten stonden'. In mijn ogen levensgevaarlijk, maar ik kon hem toen niet waarschuwen omdat ik pas 1 jaar oud was. Deze spannende verhalen kwamen veel later, na de oorlog, los bij een stevige borrel, en natuurlijk zal een en ander wel zijn opgeklopt. Zo waarschijnlijk het verhaal, dat ze op een nacht thuiskwamen met deel van de houten toegangspoort tot de loslijn. Het hout was natuurlijk bestemd om op te stoken.
Naam: Leo Brekelmans
Ook mijn vader heeft wel eens kolen in de oorlogsjaren gehaald daar. Hij heeft vaak verteld hoe het was. Hij kwam eens thuis met een zak kolen dacht hij, maar het waren allemaal stenen, toen hij hem leegmaakte. De mensen moesten iets in die oorlogsjaren om toch maar aan de stook te geraken. Tiny Coolen moet een broer van ome Karel Coolen zijn, die was getrouwd met een tante van mij (Brekelmans) en die woonde vroeger op de Tongelresestraat en zijn later verhuisd naaar St. Josephlaan. Deze mensen zijn helaas overleden. Maar de spoorhuisjes zijn er lang blijven staan en inmiddels ook afgebroken. Er stonden er twee, een bij de eerste overweg en ook aan de andere overweg. Maar bij de eerste overweg was het elke paar nachten prijs en de mensen hadden weer te stoken. Dat vertelde mijn vader later aan ons.