Als kind dacht ik altijd dat de neusgaten van het paardenhoofd, naast het rechterbeeld, de ogen van een kikker waren. Vooral als je er recht onderstond. Dit gebouw was vroeger een obstakel waar je omheen moest, op weg naar school, want je liep nooit over de stoep maar over de veldjes, voor de kerkhofmuur.
|