Bijdrager Regionaal Historisch Centrum Eindhoven - RHCe
Jaar: 1898
Onderwerp.: Bedrijven / Industrie |Tabaksindustrie |FH Raijmakers en Zonen
Onderwerp 2: Bedrijven / Industrie |Briefhoofden / Facturen / Rekeningen
Tabak, snuif, karotten en Amerikaansche roltabak.
Reacties
Naam: Hans van Melis
Geen wonder dat ik hem niet kon vinden. Franciscus Hendrikus schrijft zijn naam als Raijmakers, zijn vader Franciscus Hubertus is volgens het bevolkingsregister geboren als Raymakers. Zijn grootvader Leonardus Petrus bewoonde in 1854 het huis "De Drie Morianen" op de Rechtestraat sectie A 183 schuin tegenover het stadhuis. Hetgeen de vraag opwerpt waar het afgebeelde gebouw gestaan heeft.
(Wordt beslist nog vervolgd.)
Bericht aan Jan van der Meulen. Ook de sigarenfabrikant van de Blauwe Geit was een afstammeling van L.P. Raijmakers.
Naam: Wil van Hout
Evenals een rolletje munten karot genoemd wordt, is de pruimtabak ook in een soortgelijk rolletje verkrijgbaar. Vroeger mocht er in de fabriek niet gerookt worden en pruimde men. Dat was voor sigarenmakers niet zo moeilijk, daar het puntje van de sigaar altijd een kleine oneffenheid had die met de mond verwijderd werd. Roken mocht alleen als er een klant in de fabriek kwam. Ik hoor mijn vader nog vertellen dat iedereen een sigaar aan moest steken en deze brandend in een bepaalde houding moest vashouden, zodat de kegel mooi wit opbrandde. Zo gauw als de klant weg was gingen de sigaren uit en werd het werk hervat. Het gebeurde dat men wel eens een karot voor de dag haalde en een stukje aanbood.. Als het verbod lang aanhoud in de openbare gelegenheden, zou er zo maar een vraag naar pruimtabak kunnen komen. Vroeger in de mijnen werd ook veel gepruimd.
Naam: Wil van Hout
Een fraaie bijkomstigheid van het pruimen was dat, door het gebruik, veel sputum in de mond kwam, die dan in een, naast de kachel geplaatste, bak ( spauwbakske) moest komen van moeder de vrouw. Maar als de heer des huizes op zijn gemak in de leunstoel dicht bij de kachel lag, gebeurde het met regelmaat dat het bruine straaltje net de bak miste. .Maar ook dat was niet zo heel bezwaarlijk want in de meeste huizen werd één keer in de week den herd ( woonkamer ) omgespit.
Naam: Marijke de Groot-Thijssen
De opa van mijn man pruimde ook. Steevast haalde hij dan met zijn kleinkinderen het volgende grapje uit: "kom es hier menneke, gij het nog noit iets van men gekrigge". Hij liet je dan de hand openen, ogen dicht doen en dan duwde hij een uitgekauwde pruim in je hand. Grapje van opa, die zelf de meeste lol had.
Naam: Hans van Melis
Het op het briefhoofd afgebeelde pand blijkt het "Virginisch schip" op de hoek Vrijstraat Vijksteeg te zijn en Francisus Hubertus Raijmakers de achterkleinzoon van tabakshandelaar Henricus van Baer wiens dochter Catharina in 1810 eigenaar werd van Vrijstraat 28. Bron oa eindhovens verborgen verleden.