Dit pand lag links van Ravensdonck, Het Vincentiusgebouw lag daar weer links van. Op foto 2324 kun je de panden mooi zien liggen.

In dit pand woonde de familie Hoppenbrouwers Coolen die een sigarenfabriek had op de Wal. Het huis had nog zeer lang een gracht voor het huis. Nadat de familie het pand verlaten had en 3 zussen Hoppenbrouwers een nieuw gebouwd huis in de Paradijslaan hadden betrokken, nam het Binnenziekenhuis het in gebruik. Naam fabriek waarschijnlijk Hoppenbrouwers Ploegmakers

Er was een Vincentiusvereniging, waar mijn moeder en verschillende dames in haar omgeving lid van waren. Met Sinterklaas en Kerst werden er dekens en andere zaken in grote dozen gepakt en rondgebracht.

Beste nicht Irma, Je moeder, mijn tante Addy mocht geen lid zijn van de Sint Vincentius Vereniging, die was voorbehouden voor mannen. Je moeder was waarschijnlijk lid van de Elisabeth Vereniging die uitsluitend uit dames bestond, maar waarschijnlijk wel in het gebouw in de ten Hagestraat bijeenkwamen. Neef Jan sr.

Jan, wat het lidmaatschap betreft heb je zeker gelijk, ik herinner mij beide verenigingen namelijk goed. Onze oude hulp Jo Adams heb ik gisteren om informatie gevraagd. Zij vertelde dat mijn moeder gewoon alle kanten opging en dat ook zij haar had geholpen met het rondbrengen van soep en dekens. Het Labrehuis op het Stratumseind nr 46 en 48 (foto 13255), wat toch een mannenhuis was, heb ook ik met haar bezocht. Vermoedelijk waren die contacten er via de paters Augustijnen die zij goed kende, zoals pater Sturkenboom die later naar Saint Germain des Prés in Parijs ging.

Correctie: Mijn broer vertelde dat pater Sturkenboom rector van het gymnasium Augustinianum was en later naar het Quartier Latin in Parijs ging.

Het grote huis rechts was in de jaren 50-60 het doktershuis van het R.K. Binnenziekenhuis. Later is hier ook de aalmoezenier van het ziekenhuis gaan wonen en wel op de begane grond rechts van de voordeur. In het kleine huisje wat tegen het doktershuis stond woonde de familie Matheeuwsen ( hier ben ik dus op gegroeid )

Een van de meest bekende paters Augustijnen was pater Mijnsbergen, de oprichter van het Labre Huis voor opvang en verzorging van daklozen enz. die verstoken waren van huisvesting en verzorging. De eerste huisvesting was het rechtse zeer oude pand aan de rechterzijde van het Stratumseind voor het eerste brugje tegenover het thans nog bestaande huis van de fam. Keunen Hafkenscheid.

Beste nicht Irma, je bedoelde met de pater... ongetwijfeld Pater Mijnsbergen die van het Labre Huis zijn levenswerk maakte.

Enkele weken na het bombardement maakte Herman Mollen van de Keizersgracht samen met mij van en op de puinhopen van het ziekenhuis vele foto's van de verwoestingen. Al deze foto's, maar ook alle fotoalbums van mijn ouders, broers en zusters en mijzelf zijn met het bombardement van 19-9-1944 met ons woonhuis enz.enz. vernietigd.

Ter rechterzijde van dit huis lag Ravensdonck met de remise en stallingen tegen het perceel van Hoppenbrouwers. Op Ravensdonck woonde
in mijn jeugd de heer Leo Schellens, stichter en eigenaar van de Trijpfabriek Leo Schellens in de Bleekstraat, welke daar thans Vestdijk heet.
De heer Leo Schellens was zeer klein en liep op schoenen met hoge hakken, Zijn schoonzoon  had een handelszaak en had zijn kantoor in de daarvoor omgebouwde stallen en remise. Later nam hij de fabriek van Leo Schellens over, waarschijnlijk na diens dood en betrok het woonhuis Ravensdonck. Mijnheer de Haas werd opgevolgd door zijn schoonzoon Mr Huygen als directeur van de trijpfabriek, Mr Huygen werd naar ik meen professor aan de universiteit van Utrecht , de fabriek Leo Schellens ging in andere handen over en wordt naar ik verneem op kortere tijd geliquideerd, waarna een zeer forse wijziging van het enorme perceel tussen Dommel , Vestdijk en Korte Geldropseweg het gehele aanzien volledig verandert. De laatste industrie in de Binnenstad verdwijnt.