Fotonr.: 4538
Bijdrager Regionaal Historisch Centrum Eindhoven - RHCe
Jaar: 1887
Locatie 1.:Tongelre |311 Villapark |Kanaaldijk Noord
Onderwerp.: Bedrijven / Industrie |Houtindustrie / Houthandel |De Rietvink / Van Dijck-Stumpers

Een reactie op deze foto insturen


Ik heb de algemene voorwaarden gelezen en akkoord bevonden

image

Van Dijck-Stumpers, ditmaal met molen.

Beschrijving Van Dijck-Stumpers, Eindhovensche Stoomhoutzagerij en Timmerfabriek. We kennen het bedrijf als Stoomtimmerfabriek De Rietvink. Misschien dat de molen op dit briefhoofd een tipje oplicht van de oorsprong van de molen op foto 2296. RHCe, atlantis beeldbank 15135. vervangen door 15136 12-10-2006 hierop is de tekst linksboven leesbaar.
Geplaatst op 05-06-2006
Email bijdrager img

Reacties

Datum: 12-10-2006
Naam: Hans van Melis img

Houthandel en Meubelfabriek maar mevr. van Dijck kwam uit een kleermakersgeslacht. Al op 23/10/1869 adverteert van Dijck Stumpers al met wintermantels, regenmantels enz. Op 5 Augustus 1899 wordt het Modemagazijn t/o Kerk overgedaan aan Paul Georg Uppenkamp. Die samen met compagnon J.M.W. van Woerden (foto 3044) op 12 augustus een finale uitverkoop houdt. In 1903 zijn de compagnons al weer uit elkaar.


Datum: 18-12-2006
Naam: Redactie EiB

De (lange) geschiedenis van de molen en daarmee van het bedrijf.
In 1874 werd door P. Smits en C. van Poppel een zaag- en korenmolen opgericht nabij de Tongelresestraat, ongeveer ter plaatse van de huidige Locomotiefstraat. Vrijwel zeker betreft het hier de uit Zwijndrecht afkomstige zaagmolen De Rietvink die onder Meerdervoort stond. Die molen was gebouwd in 1670 en werd gesloopt in 1872 nadat de enkele jaren tevoren gebouwde spoorbrug hem de wind uit de zeilen had genomen. Een naam van de molen in Klein-Tongelre is niet bekend, maar na zijn tweede verplaatsing naar de Kanaaldijk was de molen bekend als De Rietvink. In het zuidoosten van Noord-Brabant was het ongebruikelijk om molens namen te geven, zodat de naam van de molen waarschijnlijk met de onderdelen is meegekomen uit de vroegere standplaats. Veel hout zal er niet gezaagd zijn want al in 1881 werd deze molen door T.A. van Dijck gekocht en circa 1900 m in westzuidwestelijke richting verplaatst naar de Kanaaldijk Noord nabij het havenhoofd. De reden van de verplaatsing is niet bekend, maar dat zal zeker te maken hebben gehad met de aanvoer van het hout, dat gewoonlijk via het water gebeurde. Zaagmolens stonden altijd aan het water en de plaats in Klein-Tongelre was dan ook slecht gekozen, of het moet zijn dat de eerste eigenaren hoopten op een grote aan- en afvoer over het spoor. Vanwege de uitbreidingen van het spoorwegnet in die tijd was dat in die tijd toch niet zo heel onlogisch. In 1881 werd de zaagmolen van Klein-Tongelre door T.A. van Dijck gekocht en verplaatst naar de Kanaaldijk Noord nabij het havenhoofd.
De eerste stoommachine dreef blijkbaar niet de windmolen, maar alleen een schaafmachine aan. Korte tijd later werd het bedrijf aan de Kanaaldijk uitgebreid en kreeg de naam Eindhovense Stoomhoutzagerij en Timmerfabriek. In 1892 zou een tweede stoommachine geplaatst worden die expliciet bedoeld was voor de houtzagerij.
Het moet daar een drukke bedoening zijn geweest want blijkens de aanduiding op de daken van de gebouwen werd tevens hout verhandeld en op het briefhoofd werd nog melding gemaakt van: Magazijnen van meubelen en Fabriek van binnen- en buitenjalousieën. Kort voor de eeuwwisseling werd het bedrijf omgedoopt tot Houthandel Van Dijck-Stumpers en weer enkele jaren later stond het bedrijf te boek als Stoomtimmerfabriek en houthandel De Rietvink. De Eindhovense Stoomhoutzagerij en Timmerfabriek die toen eigenaar was van de zaagmolen aan de Kanaaldijk, had als briefhoofd een tekening van de houtzagerij. Het is een heel complex met molen, droogschuren, werkplaats en kantoor. Hoewel de schoorstenen van de stoommachines roken is de windmolen nog compleet. Toch zou dat niet lang duren, want op een kwitantie met een tekening vanuit een andere richting, gedateerd in juni 1893, was de molen inmiddels ontdaan van de bovenbouw; de feitelijke windmolen. Het is mogelijk dat het bovenachtkant en de kap in 1901 gebruikt werden bij de bouw van de ronde stenen molen Luctor et Emergo in Rijkevoort. De onderdelen die in Rijkevoort te vinden zijn, zouden met de zaagschuur die in Eindhoven was blijven staan een complete molen kunnen vormen, en een aantal kenmerken van de hergebruikte onderdelen van de molen van Rijkevoort wijst op een herkomst uit de omgeving van Rotterdam. Een bewijs van deze veronderstelling is nog niet gevonden, en het tijdsverschil tussen de gedeeltelijke sloop in Stratum en de bouw in Rijkevoort roept twijfels op. De resterende zaagschuur van De Rietvink werd vermoedelijk in 1904 gesloopt.
Op 17 december 1910 stelde de gemeente Stratum voor het eerst officieel een aantal straatnamen vast. Daarbij was toen ook de Rietvinkstraat. Aan deze straat stond een klein blok arbeiderswoningen tegen het fabrieksterrein, dat daar door Van Dijck was gebouwd. In 1920 werd de gemeente Stratum met enkele andere door Eindhoven geannexeerd. Het hele straatnamenbestand werd herzien. De Rietvinkstraat overleefde en werd een onderdeel van de nieuwe vogelbuurt. In 1967 werd de straatnaam ingetrokken. Het huizenblok was inmiddels gesloopt en de straat aan het verkeer onttrokken. Toen in 1983 elders in de buurt een nieuwe straatnaam nodig was, adviseerde de straatnaamcommissie voor Rietvinkstraat. Het achtervoegsel was voor een buitenstaander opvallend, want op een enkele uitzondering na worden de vogelnamen steeds gevolgd door 'laan'. de straatnaamcommissie die B&W moest adviseren had echter, op voorstel van gemeentearchivaris Toon van Agt, voor 'straat' gekozen, omdat hij de straat niet naar de vogel, maar naar de oude straat wilde noemen. En zo leeft de naam van een zeventiende-eeuwse molen in Zwijndrecht vandaag nog steeds in Eindhoven voort.
Bron: www.molendatabase.org/molendb.php?step=details&formpw=&session=&nummer=5437 www.molendatabase.org/molendb.php?step=details&formpw=&session=&nummer=2532


Datum: 16-07-2007
Naam: Hennie Peels img

En in een van die drie arbeiderswoningen heb ik met mijn ouders gewoond van 1945 tot 1954. De namen van de buren ken ik nog allemaal en ook van de tuinman van Picus, die schuin tegenover ons op het Picusterrein woonde. Zal eens zoeken of er hier in huis nog een foto van de oude Rietvinkstraat is te vinden.