De Broekseweg vanaf de Brugstraat gezien in westelijke richting.
Links vooraan het café met zaal "De Ster" van Kantelberg - Dijsselbloem. Hiernaast bakker Nooijen en dan de tuinmuur van drie woningen, waarin o.a woonden mevrouw Snoeks en kolenboer Stark (die zijn opslag had aan het einde van de Brugstraat). Vervolgens was er als zijstraat de Columbusstraat en in de witte huizen daarna woonde aannemer Loomans en schilder Piet Loomans, die ook een drogisterij had. Dan kwam (niet zichtbaar op de foto) het café van Manders en een blok woningen, die eigendom waren van bakker Latour.
Rechts vooraan beginnen we ook met een café met zaal en wel dat van Van den Heuvel (daarvoor van Thijs Jansen). In het huis ernaast woonde Thijs Jansen; in het volgende huis woonde aannemer Beekx. Na de inrit, het pand met de lage dakgoot, was groenteboer Jan Hakkert (die als lid van de Boerenpartij in Provinciale Staten van Brabant zat). In één van de twee huisjes daarnaast woonde Kerkhof en later (toen de foto werd genomen) een kunstenaar met een 2CV (eend). In het huis met de nok haaks op de straat woonde Cis van Kuijk en na haar melkboer Vereijken, die later een verhuisbedrijf begon.

Leuk aan de foto is ook de Scootacar MK1, een driewielige auto, die voor het café Molenzicht geparkeerd staat.

De familie Stark woonde op de hoek van de Broekseweg, nr. 248, de familie van de Vorle op nr. 250, familie Verheijen op nr. 252 (beneden woning), familie Snoeks (boven woning). Deze huizen waren eigendom van de familie Stark.

Kees, volgens mij is het een BMW Isetta, die had achter 2 wieltjes vlak naast elkaar. De voorzijde was de deur. Als BMW's mij tegenwoordig voorbij scheuren denk ik met weemoed aan die Isetta's.

Klopt Paul, je hebt gelijk, een BMW Isetta

Een reactie op Frits Hekman met betrekking tot Cis van Kuijk:
Oorspronkelijk woonden in het bedoelde huis mijn overgrootouder, Kuijken-van Hoorn. Na hun overlijden bleven vier ongehuwde kinderen in het huis achter. Dat waren ooms en tantes van mijn vader, mijn oud-ooms en oud-tantes dus, tante Hanne, ome Willem, ome Peer en tante Cis. Zij werden inderdaad "van Cuijk" genoemd, maar de juiste naam was Kuijken. Zonder "van" dus.
Een vijfde kind, mijn grootmoeder, Adriana van Gennip-Kuijken, woonde op nummer 243, het huis naast de familie Beekx, waar later Miet Jansen woonde.