Bijdrager Rini Talens
Jaar: 1895
Locatie 1.:Centrum |111 Binnenstad |Stratumseind/Begijnenstraat*
Onderwerp.: Spoorwegen / Tramwegen |Tramwegen |Trams
Paardentram op Stratumseind.
Beschrijving | Op deze foto uit ongeveer 1895 zie de een tram van de TEG zie op het Stratumseind. De conducteur, Petrus Johannes Sander, Peer Tram?, heeft er net eentje gevat op de gezondheid van een passagier en Het Mannenkoor zwaait hem nu de stad uit, want verderop, over de brug begint Stratum! Bron: RHCe |
---|---|
Geplaatst op | 13-01-2006 |
Reacties
Naam: Rini Talens
In 1895 was mest nog een schaars goed, als een boer jarig was dan kreeg hij van zijn buurman wel eens een kar mest, een gul cadeau. Dat zou die nu, in 2006 eens moeten wagen (!), maar putten met fecaliƫn kon je toen nog verkopen, het was een van de argumenten in Eindhoven die de aanleg van de riolering hebben tegengehouden. Je spoelt je geld toch niet zomaar weg?
Naam: Wil van Hout
Ook leuk om aan de vergetelheid te onttrekken is, nu je iets zegt over de verkoop van stront, het volgende. Een boer uit de omgeving (in Woensel, dat was Vlokhoven) haalde de gier een keer of wat per jaar op voor een luttel bedrag, maar dan mocht er niet te veel urine in zitten. Dus moesten de jongens achter in de tuin naar de zeikhoek. Dat waren een paar planken onder een hoek van 45 graden recht overeind gezet. Met in de bodem een stuk asbest pijp, gevuld met grint. Bij een iets luxere waren de planken voorzien van zinken binnenwerk. Je hoorde wel eens als twee buren woorden hadden (meestal om de kinderen, die natuurlijk allang weer samen aan het spelen waren) dan zei de een tegen de ander "blefde ge mar in oewe zeikhoek!".
Naam: Rini Talens
Stront.. wat heet?..Het volgende verhaal is uit deze tijd en zou zich best op het Stratumseind afgespeeld kunnen hebben. De grond bij de Aalsterhut, tegenwoordig meer bekend als de 'Hut van Mie Peels' (als 'Pils' uitgesproken) was n.l. erg schraal. Dat spreekt natuurlijk voor zich. Het waren oude stuifduinen en moerassige percelen aan de rand van het Groot Huijsven. Jef Peels had te weinig vee om genoeg mest te hebben. Met een kar en daarop een grote ton, trok hij naar Eindhoven om daar bij de mensen gier te halen. Naar het schijnt sijpelde een dun straaltje gier uit de ton op de weg. De route die Jef nam werd op die manier gemarkeerd. Voor de veldwachter was het zodoende geen enkel probleem om de veroorzaker van deze 'milieuvervuiling' op te sporen. Jef kreeg een verbaal, maar Jef vond dat dunne spoor op de weg erg overdreven om daarvoor bekeurd te worden. Hij zei toen tegen de veldwachter: 'dan zuldet Goddomme gelijk hebben.' Demonstratief trok hij de stop uit de gierton. In een mum van tijd was de straat bedekt met een smerig stinkend goedje. Als er dan toch betaald moest worden, dan moest Jef ook de reden daarvan inzien.
Naam: Paul van der Cingel
Om nog even bij het onderwerp te blijven, ook na de oorlog waren er nog zoveel paarden in Eindhoven dat de Gemeentereiniging de straatvegers een heibezem meegaf met een schraper aan de andere kant van de steel. De paardevijgen werden los geschraapt van het plaveisel en opgeveegd op een schup en apart meegenomen. Je kunt het je niet meer voorstellen maar in 1895 was er geen waterleiding en dus ook geen toilet met waterspoeling. Achter het huis was vaak een kotje, waarvoor, behalve beerput, nog diverse andere fraaie namen bestonden.