In de jaren 50 woonden wij op Hulst in geldrop. Daar kwamen bewoners van de Zwaaikom altijd vodden ophalen ed. Van een man genaamd "het Bosduvelke" waren wij allemaal heel erg bang. Die riep altijd tegen ons als we hem uitscholden van 'Kom eens hier , dan snij ik oewe nek af". Hiervan heb ik slapeloze nachten gehad.

De studentenroeiverenigng Theta, die op Kanaaldijk Noord 13 huisde in 1980, had ook af en toe wat te stellen met de 'kampers'. Er werden wel eens voorwerpen vanaf de kant naar de roeiboten gegooid, maar gelukkig konden ze slecht mikken. Vaak fietste er een coach mee langs de kant, en dat had een temperend effect, alhoewel er soms met scheldkannonades geprobeerd werd te intimideren. Dat had zelden effect.
Het dieptepunt was de keer dat een roeier pijn in z'n been kreeg bij het langsroeien. Na terugkomst bij de vereniging bleek er een bukskogeltje in z'n kuit te zitten!

Rechtsonder lag een voetbalveld van de Doolpeinbewoners, de voetbalvereniging" Orange-Zwart",  een geduchte tegenstander in het Zomeravondvoetbal. De prijzenkast stond vol prijzen. De begeleiding van de elftallen stond altijd onder de heer P. Graat.