Heette deze man niet Abraham Zeegers? Hij had veel kinderen, ik meen tien! Hij wou voor elk kind een eigen bloemenzaak en dat is hem ook gelukt. Zij verkochten prima bloemen en planten en waren niet duur. Hij heeft inderdaad de Einhovense bloemenhandel aardig op z'n kop gezet destijds. Volgens mij is hij in de jaren 1950 begonnen in dat schuurtje op de Grote Berg. Ik kan me de paginagrote advertenties in de krant nog goed herinneren met de foto van het hele gezin.

Waar was dit? Iemand een foto van deze plek in de huidige tijd? En misschien heeft Peter nog een briefkaart van een wat latere tijd.

Zelf woonde de fam. Zeegers aan de Brederolaan, ik dacht op no. 100.

Dit pand grenst aan het hoekpand met de Kleine Berg (waar ooit een Jamin-winkel was; fotograaf Max Koot heeft daar nog boven gewoond). Dat is heel goed te zien in het Toen-boekje van Gestel van J. Govers op pagina 5. Volgens mij was het pand verderop van groenteboer van Bakel.

Toen ik bij Meulendijks kwekerijen werkte kwam De Zeeuw (want zo werd hij door de collega's genoemd) altijd op zijn fiets zakken met potgrond, spagnummos en dergelijke halen. Dit kocht hij niet op de veiling want dat was te duur. De bloemen en planten die hij verkocht betrok hij van de grossiers die met de vrachtauto's langs de winkels reden. Maar die raakten nooit 's morgens wat aan hem kwijt. Hij zei dan "kom vanavond maar terug". Hun restanten kocht hij voor een habbekrats, anders moesten ze het toch weggooien.
Al zijn kinderen hebben een zaak gehad. In elk stadsdeel zat er wel een. En de rest grossierde met de vrachtauto. Hij heeft er zeker tien jaar over gedaan om de zaken op te bouwen en daarna hebben zij er net zolang over gedaan om er mee op te houden dacht ik.

Op de hoek Grote en Kleine Berg, richting Grote Berg, de volgende namen: Max Koot, vogelzaadhandel Senders, fam. Van Bakel, groentezaak Harrie van Bakel, firma Heuvelmans meubelen, fam. Crijns, fam. Arie van Mil woonhuis, fam. Crijns met dochters Wie en Liesbeth, fam. Van Hest, loodgietersbedrijf W. Rongen, (mijn) fam. Deelen, de dames Berings of Beerens, corsetterie van Helvoirt, fam. Jansen. Moedertje Kerkhof met de poffer (hoed). Verder weet ik de volgorde niet meer precies.

Wellicht een saillant detail: Zeegers was een volslagen analfabeet. Als hij een handtekening moest zetten, deed hij dat in de vorm van een kruisje. Desondanks heeft hij het voor elkaar gekregen om elk van zijn kinderen een eigen bloemenzaak te geven. Dat veel van deze zaken niet meer bestaan, ligt zeker niet aan hem. Een markante man.

Mijnheer Zeegers had ook een vaste stoel in café De Gouden Bal. Ik ging daar nog al eens biljarten op het scheve biljart. Zeegers pruimde en had een bakje naast hem op de grond staan, waar hij dan mee en dan in speekte. Aan de Hoogstraat heeft hij ook nog een grote zaak geopend op de hoek van de St. Lambertusstraat, recht tegenover ons postkantoor Hoogstraat 73, waar ik dus woonde.

Cor Zeegers heeft nog be men op de bewaarschoewl en de groewte-schoewl gezeete. Veul mi gelaache. Mar da ze 'n bloemenzaak ha'n op de Hogstraot wit ik nie. Zal wel nao munnen ted zen gewist, nao 1956. Giovanni, woonde die van Pols niet bij jullie langs, daar bij kapper V.d. Laak? Ik heb nog foto's van de 'gaauwe bal' binnen in 't kuffee. Misschien stoan d'r vur jou nog bekende op?

Volgens mij zat kapper van Laak schuin tegenover De Gouden Bal. Ik woonde dus boven het postkantoortje van Guus van Helvoort. Die bloemenzaak van Zeegers is er inderdaad na 1956 (mijn geboortejaar) gekomen. Dat was na dat Frans Bijnen er uit trok met zijn verpakkingen. Dat moet zo rond 1973 geweest zijn. Van welluk kuffee bende gij dan, van de 'gaauwe bal? Pols ken ik nie. Verder wel de paardesmit. Ik was bevriend met hunne zoon toen wij nog in de Rivierstraat nr. 10 woonden.

Nee hoor, kapper Van de Laak zat bij jullie postkantoor. Tegenover de Gaauwe bal zat kapper Van Tuyl. Sjaak van Tuyl was kunstschilder en had een herenkapsalon en een sigarettenwinkeltje. Zijn vrouw en dochters hadden een dameskapsalon achter de herenkapsalon. Sjaak schilderde heel vaak 'aauw' mennekes van 't Labrehuis. Zie de buukskes: 't Pollingstraotje dur Hennie de Groot en: 't Pollingstraotje Gaslanterrepaole en keinderkupkes. En de Perdesmid hiette Geenen. Hun zoon Geertje, deed vaak op de kermissen mee boksen in de bokstent. Ik ben dus nie van 'n kuffee, mar oit 't Pollingstraotje.

Hennie weet jij nog dat in het rijtje van Arie van Mill waar hij nu zit in het hoekje ook nog een bloemenwinkeltje zat. Tegen het pand waar De Gruijter heeft gezeten. Ik weet niet meer hoe die heette maar ze waren dacht ik, joods.

Ik kan me in ieder geval de mevrouw die daar bloemen verkocht nog goed herinneren. Of ze joods was weet ik niet, maar het was een gezette, gezellige vrouw. Het was wel een heel klein hok kan ik me herinneren. Op deze plek zie je nog steeds dubbele deuren als toen. Zou Arie nog leven? Mijn vader heeft daar in 1966 nog een marineblauwe Simca 1300 van gekocht.

Dat klopt Anne, ik probeer het na te trekken. Ik heb nog een tante van 94 en die zou dat moeten weten (hoop ik).

Om maar tegelijkertijd twee vragen te beantwoorde: 1) Arie van Mil is overleden op 27 juni 2000. 2) Het bloemenwinkeltje vooraan op de Hoogstraat was van de (Joodse) familie Ekstein.

In mijn herinnering behoorde het winkelpandje met het bloemenwinkeltje op de Hoogstraat tot het pand van Van der Kinderen. Die had daar een meubelzaak, Hoogstraat 8 geloof ik. Op Hoogstraat 10 zat Heideman die panty's e.d. verkocht. Dan zit er nog een pand tussen en dan De Gruyter, op de hoek. Inderdaad noemde mijn moeder deze zaak ook Pietendief. Drie supermarkten in een straal; van 100 meter. De Etos in de Willem de Zwijgerstraat, bijna naast de AH op de hoek van de Mecklenburgstraat/Willem de Zwijgerstraat. Ik heb nog met Tineke Sporen in de klas gezeten op het Van Maerlantlyceum. Zij is vlak na de diplomering verongelukt. Zij woonde boven de AH, waar haar vader bedrijfsleider was. Michel van Mil, volgens mij was je vroeger een van de buurjongens.

Volgens mij was het Heyneman voor de lingeriewinkel en 'Pietdendief' voor de Gruyter, wiens broer pastoor was in de H. Hart kerk.

Westlands Bloemenhuis had voor ieder van zijn kinderen (dat was de bedoeling) een bloemenzaak. Zoals ik weet ook in Tongelre maar het liep niet altijd zoals hij zou willen.

In het begin van de Hoogstraat woonde ook nog Piet van Kuyk op nummer 4 of 6, dat weet ik niet meer. Schuin tegenover zat zijn winkel naast de kroeg van Arie van Genugten, die een dochter had. Ik dacht dat ze Yvonne heette. Later is Piet van Kuyk verhuisd. Zijn zaak zit nu op de plek waar vroeger op de hoek een bakker zat, op de hoek Hoogstraat/Kleine Berg.

Arie had twee dochters, allebei even knap en als zodanig bekend onder de jongens in de omgeving. Ik was maar wat jaloers op mijn vriend die met hen omging. Bij Piet van Kuyk kocht ik mijn eerste aansteker, een Ronson, de Rolls Royce onder de aanstekers. Was het niet zijn zoon die de zaak overnam?

Piet van Kuyk had zelf geen kinderen.

Arie van Mil had maar één dochter, Annie. Zij is enige jaren geleden overleden

Marga, en Gerdie van Kuyk dan? Was zij geen dochter van Piet van Kuyk?

Nee, Gerdie met wie ik nog op Dommelhoef gewerkt heb, was een nichtje. Haar vader was de broer van Piet van Kuyk. Hij had ook een tabakszaak, op het Lodewijk Napoleonplein.

Ook ik herinner me haar vanuit Dommelhoef! Heb jammer genoeg geen foto`s van "de oud-bouw!" Wel de herinnering dat het daar altijd vreselijk stonk, maar goed; dit is misschien meer iets voor het album "verpleeghuizen!" Bij mijn weten is Gerdie getrouwd met een Fransman en met hem ook naar Frankrijk verhuisd.

Als hier gesproken wordt over Piet van Kuyk, wordt Nol van Kuyk bedoeld, die de sigarenzaak van zijn vader Piet had overgenomen. Piet had dus wel degelijk kinderen, maar Nol dus niet. Beiden zijn al lang geleden gestorven, maar de naam van de zaak is gebleven

Ey mensen, het is Zegers met 1 e en niet met 2, toch bedankt voor jullie leuke reacties.

In het bloemenstalletje op de Hoogstraat zat de familie Ekstein, dat waren inderdaad Joden en volgens mij woonden zij in de St. Martinusstraat.

De familie Ekstein woonde niet in de St. Martinustraat, maar in de Meckelenburgstraat naast de ingang naar drukkerij De Wit.

De fam. Zegers woonde inderdaad in de Brederolaan net zoals ons gezin (wij op nr. 66). De oude Zegers werd door ons, om welke reden weet ik me niet te herinneren, altijd "de zure" genoemd. Op zondagen zagen we hem nogal eens met een flinke slok op uit de Gouden Bal komen. Wij er achteraan omdat hij meestal klein geld op zak had dat hij dan (al dan niet expres) liet vallen. Van dat klein geld en ons zakgeld (in die tijd ongeveer een dubbeltje per week) werd dan in een winkeltje aan de Hoogstraat snoepgoed gekocht, zoals bakkesvol, jodenvet, snoeppapier, zoethout e.d.

Ik wil toch even reageren op het stukje van Giovanni van Helvoirt dat Ari van Hugte (en niet van Genugten) geen twee dochters had maar een dochter Yvonne en een zoon Theo. Yvonne heeft broodjeszaak Dubbeldik op het Catharinaplein. En Theo heeft een handelsonderneming op de Gestelsestraat (GEBO). Ari is 12 jaar geleden gestorven en zijn echtgenote leeft nog steeds, ook op de Gestelsestraat.

Dat kleine bloemenwinkeltje net voorbij de eerste panden van de Hoogstraat kan ik me nog goed herinneren, het stond een beetje naar achteren, net als de volgende panden. In 1947 of 1948 wisten we met een paar kinderen op weg naar school in de Akkerstraat een kerstboompje los te krijgen dat we in triomf naar school droegen. Wat ziet dat Westlands bloemenhuis er armoedig uit, destijds zag je dat als kind helemaal niet.

Prachtig al die herinneringen. Zo herinner ik me van dit kruispunt een zaak waar ze in de oorlog kippenringen in allerlei kleuren verkochten. Kan het zijn dat hier later Westlands Bloemenhuis in is gekomen? En ook Piet van Kuyk die toen hij uit het concentratiekamp kwam, bij ons thuis hierover vertelde. Zoals het verplicht toekijken bij ophanging. Zijn zoon Mari, die net als ik schilder is geworden en in 1950 een "film" van een EVV-wedstrijd maakte. De poelier Van Oldenhave, een zoon zat bij mij in de 2e klas lagere school en deed op die leeftijd al kippen plukken. Ook heb ik vele malen voor 50 cent voor een middag een grasmaaimachine gehuurd in een gesplitste winkel van damesmode en gereedschappen, Van de Hurk? Denk ik nog even aan het "perd" van Heezemans, aan de glaskisten op de stoep bij Huub de Haan op de Grote Berg. Maar ik herinner me vooral Daantje de Groof achter de toonbank van hun bakkerszaak. Later getrouwd met Jo Lodewijks van schildersbedrijf Lodewijks, later schildersbedrijf Eindhoven.

Zoveel herinneringen, deze kan er ook nog wel bij. Toen de sigarenzaak van Piet van Kuyk nog aan de overkant was, stuurde mijn vader me er wel eens heen voor een pakje sigaretten, een lichtblauw/donkerblauwdoosje Van Nelle No. 1. Ik kreeg dan steeds een kleverig snoepje van de man waarvan ik dacht dat het de naamgever van de zaak was. Ernaast was ook nog een kapperszaak met een zijraam dat uitkeek op de Grote Berg. In het portiek gingen we met een paar jongens zitten om de nummerborden van de passerende auto's te noteren. Rechts van Piet van Kuyk zat dacht ik een fietsenzaak en een banketbakker, Gruythuizen(?). Schuin aan de overkant was een kantoorboekwinkel waar ik mijn eerste ballpoint kocht, bespot door mijn klasgenoten, want ze schreven slecht, en hielden er vaak al gauw mee op. Wim, en het meisje De Groof heette Daatje, ze had nog twee zussen.

Bij mijn weten zat er rechts naast PvK altijd al een café en de bakker zat aan de overkant op de hoek met de Catharinastraat. Of is er hier wellicht sprake van een generatieverschil? Volgens mij was de kantoorboekwinkel van Hugo Jonkers.

Beste Giovanni, hoewel mijn recente geheugen me wel eens in de steek laat, van vruuger weet ik nog veul. Kleine Berg. Op de hoek (Cath.straat) zat inderdaad een bakker, Ant. de Groof, op nr 80, 78 was ook een winkelpand verder teruggaand had je het woonhuis waar een groot gezin woonde, de familie van Oorschot die een krantendistributiepunt had van de Maasbode, een Rotterdams dagblad. Daarnaast zat Hugo Jonkers, een gewone boekhandel en daarnaast drogist Lachniet. Tot zover de winkels.
Naar de overkant. Piet van Kuyk was een kleine winkel, t.o. De Groof. Het café waar je over spreekt zat naast het dubbele winkelpand waarin o.a. een banketbakker zat. Ten slotte de kantoorboekhandel, die zat rechts in de Hoogstaat t.o. de Edenstraat. Beslis jij maar of het een generatieverschil betreft, ik ben van 1940.
=== Voor Piet van Kuyk en café Van Hugte zie o.a. foto 19194. (Red.) ===

Naast Boekhandel Hugo Jonkers (richting centrum), was een klein banketbakkerszaakje van Van Gruijthuizen. Daarnaast had je inderdaad drogisterij Lachniet.

Ik ben van 1956, dus biologisch zou er een generatieverschil kunnen zijn. In elk geval weet jij veel meer van de situatie van die tijd. Helaas kan ik het mijn vader niet meer vragen, want die zou het geweten hebben. Overgens is de hoofdredacteur van EIB aan het eind van de Kleine Berg geboren, dus zou ook kunnen bijdragen in kennis.

Inderdaat Paul, bij de Groof waren meer meisjes en het was ook Daatje. Maar Daatje... daarvoor ging je naar de winkel. Op haar trouwdag was de binnenstad ontregeld. Het was als een societyhuwelijk met knappe Jo en knappe Daatje, in een Catharinakerk waar de kijkers zelfs op de preekstoel stonden. Jammer dat ze kinderloos zijn gebleven.

Wim, ik heb Daatje nooit gekend, maar als ze was zoals jij haar beschrijft dan heb ik wel wat gemist. Een paar jaar geleden heb ik kennis gemaakt met haar zuster An, via EiB. De drie zusters waren een halve generatie ouder dan ik, en het enige contact kan zijn geweest dat ze me wel eens een broodje verkocht hebben of een zakje van die kleine ronde beschuitjes. Ik was nog te klein om te genieten van de charmes van de dames, maar dat is later helemaal goed gekomen.

Ik weet nog wel dat A. Zeegers begon met zijn bloemen en er in de krant een advertentie van hem stond en die luidde als volgt: "Als ge ons nie weet te vinden, het is daar waar die berg stront voor de deur ligt" Ik weet alleen niet meer bij welke winkel.
En over van Kuyk weet ik dat Jan Witteboer het heeft overgenomen, die werkte bij mij, bij Bemelmans tabak op de Grote Berg.

Als rasechte binnenstadse Eindhovenaar ben ik vroeger, doordat ik veel spijbelde, voor de man van het Westlands Bloemenhuis zijn gladiolen langs de deur gaan verkopen. Ik was toen 12 jaar. Veel later heb ik menigmaal met zijn zoon, René, biertjes gedronken etc. Ik dacht zelfs dat Abram Zeegers enkele tweelingdochters had.
Op de Hoogstraat zat naast Van Kuyk de zaak van Van den Hurk. Ben nog lang vriend met Frans v.d. Hurk geweest. Hij is later naar Canada geëmigreerd. Ikzelf schreef een boek over mijn jeugd in Eindhoven, dat is gratis verkrijgbaar. Stuur me een mailtje. Ik woon nu al 10 jaar in Thailand en ben bijna 77 jaar.