De Dode Graaf, erg cynisch om daar in te verdrinken. Waar ligt de deze zijtak van de Dommel en ligt deze nog bovengronds?

Ja, je kent hem ongetwijfeld. De Oude Gracht heette vroeger de Dooigraef (Dode Gracht), en is het restant van een vroegere Dommel-arm tussen Eckart en Woensel. Eckart was zelfstandig en viel pas later onder Woensel. Tonny van den Boomen rekent geloof ik Eckart tot Tongelre.

Ik weet het niet helemaal zeker maar volgens mij is deze nu bekend als de Oude Gracht, die door de gelijknamige wijk loopt, via de Boemerang in Eckart, de Knuppel in de Luijtelaar en ergens bij Vaartbroek terug in de Dommel.

Ik was er niet bij, maar van mensen die er wel bij waren volgens hun zeggen heb ik tijdens de voorbereidingen van het 50-jarig bestaan destijds begrepen dat de plaats van het ongeval de samenkomst van de Rulle (Kleine Dommel) en de Dommel was, dus vlak achter het St. Jozefdal. Een en ander is opgetekend en gepubliceerd in een boekje dat ter gelegenheid van dat jubileum was uitgegeven. Delen hiervan zijn opgenomen in een cd die ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan is uitgegeven.

Om van het verhaal van de Dode Graaf af te stappen. Willie Heijink heeft helemaal gelijk. Het was in de Kleine Dommel, boven het punt waar hij in de grote Dommel uitkomt. Zelf ben ik daar ongeveer 45 jaar geleden bij een herdenking geweest.

Zo'n 60 jaar geleden ben ik, samen met mijn patrouille, ter plekke geweest, zo werd ons aangewezen door Jozef de Greef, die toen hopman was van de Hopman Latourtroep. Hij noemde de "Dode Graaf". Ik heb het krantenartikel gevonden. Daarin is sprake van de Kleine Dommel. Zo zie je dat verhalen uit overlevering niet altijd kloppen. Hier volgt het krantenartikel uit het ED van 23 mei 1932:

BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN.
De R.K. Padvindersbeweging is Zaterdag
door een gevoelig verlies getroffen. De
hopman van de St. Michael-groep uit Woen-
sel, de 25-jarige ongehuwde bedrijfsleider
W. C. Latour was met eenige jeugdige
padvinders in de Kleine Dommel nabij
het kasteel Eckart aan het zwemmen toen
hij plotseling naar de diepte schoot. De
jongens doken hem nog na, maar slaagden
er eerst later na veel moete in hem op den
wal te brengen. De levensgeesten waren
echter reeds geweken.
De heer Latour moet door een hartver-
lamming getroffen zijn, waardoor hij on-
middellijk zonk. Het is anders niet te ver-
klaren, dat hij niet naar den oever heeft
kunnen zwemmen of zijn metgezellen geen
teekens heeft gegeven dat hij in nood ver-
keerde. Het gebeurde heeft onder de padvinders
bij wie Hopman Latour als een sympathiek
en voortreflijk leider bekend stond, die zijn
taak ernstig opvatte, groote ontroering,
verwekt.