Reacties
Naam: Piet van Hees
Te zien aan de mix van Engelse en Canadese militaire voertuigen en de civiele auto's die allemaal van vóór of tijdens de oorlog zijn, moet de foto uit de periode september 1944 - juni 1945 zijn. De garage is waarschijnlijk opslag geweest voor de geallieerden, of tussenstation voor het repareren en herdistribueren van auto's.
Naam: Piet van Hees
Als je 1946 zeker weet, dan heeft onze absolute Ford-dealer dus splinternieuwe auto's van de concurrent, een staalkaart aan vooroorlogse merken én Engelse en Canadese legertrucks in huis. Volgens mij zijn de geallieerde reparatie en onderhoudswerkplaatsen in 1946 al lang op een paar kazernes gecentraliseerd. Dan moet het toch handel in van alles zijn geweest, en dus in of na 1946. Ook niet ongebruikelijk in die dagen.
Naam: Joop Heldoorn In Australie
Goed gezien Piet. Ik was 13 in 1946, met een enorme interesse in auto's. In de foto in de voorste rij zie je 1. een Chrysler-product, 2. midden 30 Chevrolet, 3. 1939 Fiat, 4. Opel Olympia late 30er jaren, 5. ?, 6. Hillman 1939 .Verder moeilijk te zien. Laatste in de rij een Canadese Ford-truck, een zelfde naast de pilaar, bij de genoemde Chevrolets, daarnaast een Studebaker-truck. Het was toen wel zo, dat er rollend materiaal verkocht werd d.m.v. veilingen. Bijvoorbeeld op de Leenderweg, voor de Floralaan, was een dump, die reikte tot de Roostenlaan. Met Pasen 1946 werd het passagiersvervoer vanaf Hedel tot Utrecht onderhouden met Amerikaanse GMC-trucks, want alle bruggen waren nog kapot. Met jouw inzicht is het natuurlijk mogelijk dat deze foto later dan 1946 is gemaakt en dat de Chevrolets bij Van der Meulen waren voor reparaties. Ook je opmerking betreffende het Ford-dealership is interressant. Ik dacht dat de Eindhovense Ford-dealer Obam was. Een dan de redenen dat ik me die oude wagens herinner, is dat toen ik in 1954 in Australië aankwam, men hier nog steeds met vooroorlogse wagens rondreed.
Naam: Piet van Hees
Obam was en is Ford-dealer. Maar hoe kom ik dan aan Ford? Om zeker te weten dat mijn geheugen nog wel degelijk werkt: van de website van de geschiendenis van het bedrijf:
In de oorlogsjaren werd een zeer groot gedeelte van het bedrijf in beslag genomen en later volledig leeggehaald. Nadat het bombardement van 19 sept. 1944 zijn vernielende werk had gedaan, moest met zeer beperkte middelen onder moeilijke omstandigheden worden herbegonnen. In 1953 werd de band met Ford, die in 1938 was verbroken, vernieuwd.
Dan klopt het exact. In het oude luciferfabriekje, dat ze nu stadsmuseum willen maken, zitten muurschilderingen van de 30-er jaren. Met een Ford.
Ik neem aan dat men in 1938 met General Motors in zee is gegaan, als er in 1946 Chevrolets staan.
Naam: Irma van der Meulen
Voor een verklaring van de vele soorten voertuigen citeer ik uit een krantenbericht ter gelegenheid van het 25-jarige bestaan in 1960 het volgende: Voor het einde van de oorlog kon de onderbouw aan het bedrijf worden toegevoegd. En na de oorlog ging de zaak weer op volle toeren draaien. Het begon met de distributie van dumpwagens en reeds in 1946 begonnen ook weer de eerste leveringen. Het duurde tot 1955 voordat het bedrijf weer kon worden uitgebreid met een moderne showroom en magazijnen. In 1959 werd het LPG-tankstation in gebruik genomen. In 1935 had Jacques van der Meulen al het aanbod gekregen om verkoopdirecteur van General Motors te worden.