Beschrijving |
Na de oorlog nam Philips de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek in Hilversum over en werd de zenderfabriek omgebouwd tot een telecommunicatiefabriek. Dit komt ook tot uiting in de naamswijziging (vooral ook met het oog op de buitenlandse markt) in 1947 in Philips Telecommunicatie Industrie (PTI). Er werd nog wel zendmateriaal gemaakt, klanten voor zenders waren er in de hele wereld, zoals Indonesië, Spanje en het Vaticaan. Daarnaast werd in de vestiging Huizen radarapparatuur en militaire communicatieapparatuur ontwikkeld. De belangrijkste groei zat in de telefonieproducten. Zo werd de lijntelefonie-afdeling vanuit Eindhoven overgeplaatst naar Hilversum. Er kwam een eigen laboratorium voor onderzoek naar automatische telefonie. Bij het 30-jarig bestaan, begin 1948, telde PTI circa 3000 werknemers, naast enkele honderden in het filiaal te Den Haag, begin 1952 waren er al ruim 5000 werknemers. Producten waren openbare en huis- en bedrijfscentrales (UR- en UV-systemen) en telexcentrales (DS-714). De eerste computergestuurde openbare centrale was de PRX-A, met een schakelnetwerk met reed-contacten. Deze centrale werd een groot succes. Voor bedrijfstelefonie werden op basis van de PRX-techniek de EBX800-, en EBX8000-centrales ontwikkeld. |