Een klein Dorpjen, welke in 1815 een aantal 884 Katholyken en zes Gereformeerden en twee Jooden bevatten, ligt een halve uur ten Noordwesten van Eindhoven. Het wordt gescheiden door de Loop of Beekjen de Reingraaf van Zeelst, den Windgraaf van Woensel, en de Gender van Gestel
Oude reisbeschrijving Strijp: (bron A.C. Brock, De Stad en Meiery van 's Hertogenbosch of derzelver Beschryving, 1825 Editie: 2004-01)

Is het ven net boven de naam Lievendael mogelijk de waterpartij van foto 837 waaraan de Halvemaanstraat zijn naam ontleent?

Volg het broodkruimelspoor hierboven naar het Schaapdijksven.

Wat hier vaak op de website als de ´grootste´ (van de dorpen c.s. van het latere Eindhoven) wordt genoemd (Woensel), heeft betrekking op de oppervlakte en niet in de eerste plaats op het aantal inwoners van de dorpen zoals Woensel (anno 1815). Bovendien wat zegt uiteindelijk het aantal (min of meer officiële) inwoners op een gegeven statistisch moment, als je (zoals de fam. Philips., Van Abbe etc. etc.), de helft of soms meer van een dorp opkoopt (anno 1880-1900) en er dan vervolgens fabrieksgebouwen neerzet? De historie van Eindhoven en ´zijn dorpen´ anno 1920 is aan revisie toe wat betreft de waardering voor de diverse bestanddelen van het Eindhovense. En ik ben de laatste hier op de aardbol om te stellen dat het één meer van waarde is dan het andere, maar laten we de proporties in de tijd nooit vergeten. Als voorbeeld Oirschot en Best (overigens eeuwenlang één gemeente), was een stuk groter in oppervlakte en inwonertal dan Eindhoven en de vijf dorpen samen anno 1920.

Het kunnen relativeren is een bijzondere gave. Dat doe je dan met de beschikbare informatie die je hebt. Het classificeren van die informatie is dan een hulpmiddel en dan krijg je vaak indelingen naar grootte van inwoneraantal, oppervlak en middelen van bestaan. Je mag je daar natuurlijk niet op blindstaren, maar het mag je wel helpen. Ook de plaatselijke bestuurlijke organisatie speelt een belangrijke rol en wat Philips in Eindhoven heeft gedaan ging in Oirschot niet, door een soort bestemmingsplan van een kloosterorde aldaar en die had daar bijna alle grond in zijn bezit en dus ook de macht daartoe. Als gevolg daarvan heeft het landelijke Oirschot nu wel een veel "warmere" uitstraling, dat het "koude" industriële Eindhoven. Eindhoven wil hierin krampachtig verandering brengen, maar dat gaat moeizaam, want de veranderingen komen meestal uit de pennen van een projectontwikkelaar en die denken nu eenmaal anders, zoals: 'Welschap moest Eindhoven Airport gaan heten', 'We moesten ineens de hoogte in gaan bouwen om Eindhoven op de wereldkaart te houden'. En nu komen de Bloppen eraan. Een gebouw hier dat 80 jaar oud is, loopt gevaar gesloopt te worden. Het Eindhovens Dagblad loopt met de reclame voor de projectontwikkelaar meestal voorop te schreeuwen. Dat soort mechanismen zijn hier ook aan het werk.